De laatste jaren is er een duidelijke trend zichtbaar. Steeds vaker eten we bewust of onbewust minder vlees. Zo neemt ook het aantal flexitariërs en vegetariers in Nederland toe. Goed nieuws dus in de strijd voor een diervriendelijk bewustzijn. Helaas betekent dat niet dat niet dat alle fabels en misopvattingen over een vegetarisch dieet de wereld uit zijn geholpen. Sterker nog, een aantal hardnekkige fabels blijven bestaan.
Hoog tijd dus om de bekendste fabels nader te beschouwen en de overgebleven twijfelaars over de streep te trekken. Dat is overigens ook hard nodig, als iedereen namelijk minder vlees zou consumeren kan iedereen vanaf 2050 gezond en duurzaam eten.
#1. Vegetariërs krijgen niet alle voedingsstoffen binnen
Het is het eerste argument tegen een vegetarisch eetpatroon wat je te horen krijgt. De mens zou namelijk van nature behoren tot de vleeseters en daarom zou het ook ongezond zijn om vlees te laten staan. Onzin volgens Vibeke Helder, directeur van de Nederlandse Vegetariërsbond, in Trouw:
“Ik meen dat we nu zover zijn geëvolueerd door de kennis die we vergaarden, dat we voldoende voedingstoffen kunnen binnenkrijgen zonder vlees.”
Zowel voor vegetariërs als de vleesetende medemens geldt de regel dat je gevarieerd moet eten. Dat betekent dat je dus niet elke dag dezelfde vleesvervanger naar binnen moet werken, maar juist wat creatiever moet zijn. Op die manier krijg je altijd voldoende voedingsstoffen binnen. Het voordeel van het vegetariër zijn is dat juist een interesse gaat ontwikkelen voor voeding. Op die manier weet je exact wat je binnen krijgt en ik welke hoeveelheden. De kans op een vitaminetekort is dan ook minimaal.
Lees ook: Dit is de impact van de vleesindustrie op het milieu!
#2. Geen vlees eten is ongezond
Verrassing: vegetariers zijn over het algemeen gezonder dan de niet-vegetarische medemens. Dat ligt in het verlengde van het antwoord op de vorige vraag. Vegetariërs zorgen in algemene zin beter voor zichzelf omdat ze veel gevarieerder eten. Hierdoor krijgt men meer voedingsstoffen binnen. Dat dit geen loze stelling is, blijkt wel uit dit onderzoek. Dat vegetariers daarnaast een lager risico hebben op hart- en vaatziekten is ook een direct gevolg van hun gezonde levensstijl. En ja, ook dat is wetenschappelijk bewezen.
Lees ook: Hoe gezond is veganistisch eten nu echt?
#3. Vleesvervangers hebben weinig smaak
Als je ooit aan je niet-vegetarische medemens hebt gevraagd of hij of zij eens vegetarisch wil eten is het antwoord vaak hetzelfde:’Nee, dank je, daar zit geen smaak aan’. Het is een van de meest hardnekkige misverstanden over vegetarisch eten. Dankzij de ontwikkelingen van de laatste jaren zijn vleesvervangers net zo smakelijk als echt vlees. Nog beter nieuws: multinationals duiken massaal in de markt voor vleesvervangers en dus zal er op het gebied van smaak nog veel gaan veranderen.
Lees ook: De revolutionaire ‘Beyond Burger’: wat is het precies?
#4. Vegetariërs zijn moeilijke eters
Vegetariërs zouden moeilijke eters zijn. Natuurlijk is niet iedereen hetzelfde, maar als er een ding als een paal boven water staat, is het wel dat vegetariërs heel goed weten wat gevarieerd eten is. Saai is het dus zeker niet en het verhaal dat vegetariërs enkel brood met kaas eten kan dus van tafel. De dag dat je de overstap maakt naar vegetarisch eten is juist de dag dat je jouw horizon gaat verbreden. Vandaag de dag is dat juist nog makkelijker dan tien jaar geleden. Kijk maar eens in de supermarkt, het assortiment vegetarische producten wordt alleen maar groter en voorlopig komt daar nog geen einde aan.
#5. Vegetarisch eten is duur
Vleesvervangers zijn duur en daar zal een vegetarisch dieet ook wel een behoorlijke aanslag op je portemonnee betekenen. Ok, maar dat geldt ook voor vlees en andere producten. Dat argument kan dus ook van tafel, je kunt de maaltijd namelijk net zo duur of goedkoop maken als je maar wilt. Bovendien ben je als vegetariër in veel restaurants juist goedkoper uit.